Artikel index

 Vrijwillig naar het leger

 

   De oorlog brak uit toen ik in mijn tweede jaar zat. Ik was niet in het leger. Er bestond toen de mogelijkheid om je legerdienst tot na je studies uit te stellen en daar heb ik gebruik van gemaakt. Na het uitbreken van de oorlog, op 10 januari 1940 om precies te zijn, sloot ik mij aan bij het leger in Frankrijk. Ik deed niet mee met de Poolse campagne. Ik werd toegewezen aan het 24e Regiment Ulanen waarin ik gedurende heel de oorlog en tot de demobilisatie na de oorlog bleef. Het is mijn moederregiment geworden waarmee ik zeer nauw verbonden ben. Ik zei eerder al dat ik een parasiet was. Hiermee bedoelde ik dat ik weinig deed. Daarbij studeerde ik niet goed. Ik was lui, werkte niet. Ik had van alles in mijn hoofd behalve werken en verstandige dingen. Ik zou dit deel van mijn leven liever overslaan omdat het niet zo interessant is. Mijn leven begon in het leger en ik moet zeggen dat ik aan de oorlog een aantal positieve waarden heb overgehouden. Een welwillende, ernstige aanpak naar mensen, naar het werk en naar verplichtingen toe. De oorlog heeft mij veel bijgebracht, ook wat ervaringen betreft. Ik was gescheiden van mijn ouders, wist niet waar ze waren en zij wisten niet waar ik uithing, dus dat waren tamelijk zware tijden. Anderzijds beleefde ik ook positieve momenten wat onze formatie betrof. Dit was dus mijn jeugd. Ik studeerde rechten aan de Jagiellonische Universiteit. Ik deed drie jaar over een studie waar je normaal twee jaar over doet, omdat ze me niet door mijn eerste jaar lieten. Uiteraard was dat mijn eigen schuld. Daarna begon mijn tijd in de oorlog, in de zogenaamde Franse veldtocht, waaraan ik deel nam als vrijwilliger met kwalificatie aangezien ik geen rang droeg. Ik was motorrijder, ik hield me bezig met het verkeer te regelen, werkte als verbindingsofficier enz. Dat waren zowat de gewoonlijke taken van een motorrijder in een gemotoriseerde eenheid. Er waren in Polen twee motorbrigades van gemotoriseerde cavaleristen. De eerste was de 10e Gemotoriseerde Cavalerie Brigade onder het commando van generaal Maczek, waarin ik diende in het 24e Regiment Ulanen. De twee belangrijkste regimenten van die brigade waren het 24e Regiment Ulanen uit Kraśnik en het 10e Regiment Jagers te Paard, dat gestationeerd was in Łancut in de buurt van Rzeszów. De tweede Gemotoriseerde Cavalerie Brigade maakte deel uit van de legerafdeling van Warschau, maar ze trok nooit als dusdanig ten strijde omdat ze niet op tijd gevormd kon worden. De vorming van de 10e Brigade, onze brigade, begon in het jaar ’37. We hadden drie jaar de tijd om een volledige gemotoriseerde eenheid bijeen te brengen, wat niet gemakkelijk was omdat de cavalerie te paard moest overschakelen naar gemotoriseerde voertuigen. Het is geen simpele zaak om een soldaat op te leiden die nog nooit met een mechanisch voertuig heeft gereden of heeft bestuurd. En bovendien hadden we niet veel tijd. Zo, dat was dus de voorbereidingsfase. Het was de beginperiode die ik zou omschrijven als de tijd van mijn jeugd waarin ik naar het leger ging en waarin de oorlog begon. Ik nam deel aan de Franse militaire campagne als soldaat van het 24e Regiment Ulanen, waarin ik motorrijder-verbindingsofficier was. Dat was mijn werk, niet zo’n belangrijke functie natuurlijk, maar ik was in ieder geval toch met iets bezig. De Franse veldtocht leidde tot een nederlaag omdat slechts een deel van de 10e Brigade aan het offensief had meegedaan. De volledige brigade was nog niet gevormd en werd opnieuw samengesteld in Frankrijk. Welnu, zij die konden, trokken ten strijde. Daarna werden we naar een andere plaats gezonden want een deel van de brigade werd geleid door kolonel Dworak en een deel door kolonel Maczek. Hij voerde het deel aan dat net ten strijde was getrokken. Ik moet zeggen dat de Fransen ons pas tamelijk laat ernstig begonnen te nemen. Pas wanneer de Duitsers vlak bij Parijs waren, werden de Fransen zich ervan bewust dat de situatie echt niet eenvoudig was. Ze gaven de Polen veel te laat wapens, waarvan ze de bediening pas aangeleerd kregen terwijl ze al met de Duitsers aan het vechten waren. Dat was het begin, dat was de Franse veldtocht, die natuurlijk eindigde in een ramp voor de Poolse en Franse strijdkrachten, of misschien eerder voor de Poolse die naast de Fransen streden. Maar dus, hierna vond er een evacuatie naar Groot-Brittanië plaats. Een deel van de brigade bereikte de zee bij Bordeaux, naast Verdun, waarheen geëvacueerd werd wat kon geëvacueerd worden. Generaal Sikorski was toen al naar Londen gegaan en onderhandelde met de Engelsen, die ons schepen hadden gestuurd. Wij, de 24e Ulanen en de rest van de brigade, werden op een schip geladen dat Royal Scotsmen heette. Het was een schip van de Engelse handelsmarine dat ons met een beperkt deel van onze uitrusting overzette. We mochten alleen maar licht materieel en handvuurwapens meenemen. Alles wat overbleef, namelijk zware wapens en auto’s, hebben we vernietigd. Dus we werden naar Groot Brittanië geëvacueerd via de zee. In die periode was het op zee tamelijk onveilig omwille van de Duitse onderzeeboten die ergens in het water rondzweefden en waar we voor moesten opletten. We bereikten veilig en zonder problemen Liverpool. Van daaruit brachten ze ons weg naar Schotland, waar we tijdelijk en om iedereen te verzamelen, in een voetbalstadion werden ondergebracht. Je mag niet vergeten dat er in 1940 meer dan honderdduizend mensen in het Poolse leger in Frankrijk zaten waarvan ongeveer dertigduizend konden gered worden na de Franse veldtocht. De meesten van hen behoorden tot de luchtmacht omdat zij toen onmiddellijk waren ingekwartierd in Groot-Brittanië, en tot de oorlogsmarine die vanaf het begin van het offensief in Polen naar Groot-Brittanië was overgekomen. Daar konden de Oreł, Błyskawica en andere oorlogsschepen van de Poolse marine die waren toegevoegd aan de marine van Groot Brittanië, gered worden. Wat onze landmacht betreft, welnu, die bestond uit Hooglanders. Zij namen deel aan de Noorse campagne en sloegen er hierna in om naar Engeland te varen. De rest waren overlevenden van onze divisie, van onze gemotoriseerde cavalerie in Frankrijk.